Over wat ik de afgelopen zeventig jaar rond de Varelseweg zag of hoorde vertel ik u.

Verbinding tussen Hoophuizen en Hulshorst.

De weg lag naast de Varelsebeek en was een verbinding tussen de buurschappen Hulshorst en Hoophuizen. In het buurschap Hoophuizen bevonden zich op de strandwal aan de Zuiderzee een achttal boerderijen. In 1547 was Hoophuizen al bewoond en in 1664 werd de weg naar Hoophuizen “Voerelscheweg” al genoemd. De weg zal belangrijk geweest zijn, want er werd geschreven over schepen die ‘voor de rede van Hoophuizen’ lagen. Er werden  daar goederen aangevoerd voor het kerspel Elspeet en veel hout werd afgevoerd.  Ook kwamen er kooplui per schip aan om per rijtuig richting Arnhem te reizen. Lange tijd was de Varelseweg een onverharde weg. Later werd hij onderhouden met leem en grind. Het laatste deel is pas eind jaren 50 geasfalteerd, omdat er steeds meer Duitse toeristen naar Hoophuizen kwamen. Aanvankelijk had de weg geen zijwegen, maar begin jaren 60 werd de Randmeerweg erop aangesloten en begin jaren 70 ook de Killenbeekweg. Dit was een enorme verbetering voor de bereikbaarheid van de gras- en hooilanden.  Vanwege boedelverdeling en grondhandel was er een lappendeken van percelen ontstaan. Men moest regelmatig over elkaars percelen. Die waren vaak niet groter dan enkele hectares. En omzoomd met houtwallen die eens per tien jaar werden gehakt.  Voorheen had de Varelseweg wel enkele toeleidende voetpaden en later fietspaden. Via het wegje De Sterkte genaamd ging er een pad langs nummer 39 van de Varelseweg naar de Poppesweg. Ook via het erf van Familie Vos op nummer 74 liep een pad naar de Bredeweg en vanaf Hoophuizen liep er een pad over de strandwal naar de Oude Pol.

Elk perceel had een veldnaam. Dat varieerde van de Ronde Kamp tot de Staarthoek en van de Vossenkamp tot de Wolvenhoek. Deze veldnamen waren belangrijk om de weg te vinden. Zo moest ik destijds als loonwerker bij mest rijden, gras kuilen e.d. wel zeker weten waar ik wezen moest. Je kreeg dan enkel de naam en de omschrijving van het perceel mee. Ik heb me nog weleens in een veldnaam vergist. Door schaalvergroting en herverkaveling van de gronden sinds 1990 zijn de veldnamen later minder belangrijk geworden.

De weg en haar bewoners.

Hoewel ik nooit aan de Varelseweg heb gewoond, was hij toch een groot deel van mijn leven. Vanaf mijn 5e jaar (1952) ging ik mee naar het hooiland dat mijn ouders daar in gebruik hadden. We sprongen slootje over de Varelsebeek en gingen nogal eens kopje onder in het Kolkje (foto 3). Veel van mijn vrienden woonden eraan. Later weidden we er in de zomer het jongvee en in de winter telden we er de schapen.  En nog steeds gaat er vrijwel geen dag voorbij dat ik er niet kom om gewoon wat te genieten van de natuur en de herinneringen.

Mijn familiegeschiedenis begint aan de Varelseweg. Want in 1886 streken mijn overgrootouders Peter Vos en Janna van de Haere aan de Varelseweg 74 (foto 1) neer. Het was de oudste boerderij van de weg: daterend van 1751. Inmiddels is hij gesloopt. Mijn voorgeslacht boerde op ongeveer 4 hectare grond genaamd “De Poppen”. Hun oudste zoon Jacob -mijn grootvader- was toen 3 jaar oud. Hij ging later op zijn klompen te voet naar de school op de Laan in Nunspeet.

Tot begin jaren 60 werden er op 11 boerderijen aan de Varelseweg melkvee gehouden. Zij varieerden van keuterboer tot vrij groot: 14 koeien voor die tijd. Op drie boerderijen hield men een dekstier ook voor koeien uit de buurt. Verder woonden er een vee verloskundige en een eierhandelaar. In 1910 haalde men op vijf boerderijen nog het drinkwater uit de beek.  Bijzonder bij de boerderijen was de wasplaats aan de beek. Men maakte een verlaging in het talud en met een zware balk en wat veldkeien werd een dammetje in de beek gemaakt waarachter een kolkje (foto 3) ontstond. Hierin werd dan de vaat gemikt of werden de kleren gewassen. Naast het Kolkje stonden vlierstruiken waar men de melkbussen van zondag plaatste om af te koelen, want op zondag werd er geen melk opgehaald. Bij Varelseweg 80 is nog steeds een Kolkje met wasplaats te vinden.

Elke boerderij heeft zo zijn eigen verhaal.

De jongste boerderij op nr. 39 was aanvankelijk van de fam. Peter Jan Franken en dateert van 1929. Begin jaren 50 is de oude boerderij van de fam. Jan Mol door brand verwoest. Er is daarvoor toen een nieuwe gebouwd op nr. 26. Op nr. 60 staat de laatst overgebleven melkveehouderij van de fam. Johan Franken. Zij hadden de eerste loopstal. Melkrijder Vis reed als eerste van de buurt tractor. Nu vind je op nr.38 bij de fam. Jacob Mol een paardenpension met manege en op mijn stamboerderij nr. 74 is momenteel een hondenpension gevestigd. Van de oorspronkelijke elf boerderijen zijn er nog zes als zodanig herkenbaar. Van de boerderij  “Marinahoeve” op Hoophuizen bestaat alleen nog het woonhuis uit 1918, nu verbouwd tot vakantiehuis. (foto 5) In het verre verleden toen er in buurschap Hoophuizen al geboerd werd op de klei, was het veengebied aan de Varelseweg nog niet eens ontgonnen! De laatste ontginning daar vond pas in 1935 plaats rondom de boerderij van de fam. Peter Jan Franken. Het heet daar nog steeds het Oude Hout en het Kleine Hout; waar toen de laatste bospercelen en woeste gronden verdwenen.

Vreugde vuur.

Het was een droog voorjaar toen op de avond van 27 april 1967 Prins Willem Alexander werd geboren. Rond de boerderij van fam. Vos stonden volop houtwallen met riet. De opgeschoten jeugd had wel zin in een feestje, daarom goten ze op diverse plekken petroleum over de houtwallen en staken die aan, vreugdevuur in Hulshorst voor de jonge prins.

Rijk Vos

Mail voor vragen of opmerkingen over dit artikel naar: nuwenspete@gmail.com.

Meer info over Nunspeets verleden op: nuwenspete.nl

Boerderij van 1751 met noon Gart Vos (fotoarchief Bert Holstege)

Boerderij van 1864 op nr. 80 met restanten van oude boerderijen uit Hoophuizen

Het Kolkje

Vaak gefotografeerde oude els

Marinahoeve Hoophuizen 1918

 

Comments are closed.